Extra investeringen voor professionalisering leraren

De afspraken die zijn gemaakt in het primair en voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs over vernieuwing en verbetering van het onderwijs leveren in totaal een investering oplopend tot structureel 1,2 miljard euro op. Een belangrijk deel hiervan gaat naar de professionele ontwikkeling van leraren. Opgeteld met de middelen die vrijkomen uit het studievoorschot loopt de investering op tot maximaal 2,2 euro miljard. Dat schrijven minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker aan de Tweede Kamer.

Op scholen gebeurt al veel om het onderwijs te verbeteren maar de beweging om over de volle breedte de stap te zetten van goed naar excellent onderwijs komt nog niet voldoende op gang. Onderwijs is zo goed als de man of vrouw voor de klas. Investeren in de ontwikkeling van docenten is dus een investering in de toekomst.

In de zogeheten sectorakkoorden en de cao’s in het po, vo en mbo is afgesproken dat er meer tijd, geld en ruimte komt voor leraren om zich te ontwikkelen. Leraren krijgen ook meer mogelijkheden om te leren van elkaar (peer review). Alle beginnende leraren krijgen goede begeleiding door een coach en extra tijd om zich in het vak te bekwamen.
h3Persoonlijk budget/h3
Docenten krijgen een persoonlijk budget. Voor leraren in het po is dit 500 euro per fte per jaar en twee klokuren per week. Voor docenten in het vo is het 5% van het aantal uren dat een fulltimer jaarlijks werkt en 600 euro. Docenten in het mbo krijgen 59 uur per jaar voor individuele scholing. Dit geld komt bovenop de bestaande middelen voor professionalisering die in de praktijk vaak worden ingezet voor teamscholing.

Ook is afgesproken dat het opleidingsniveau van docenten per sector omhoog moet. In 2020 moet 30% van de leraren in het po een wo-bachelor of een hbo of wo-master hebben afgerond. Dat is nu 18,6%. In het vo geldt dat het aantal leraren met een hbo- of wo-master in 2020 is gestegen van 37% naar de helft. Het aantal docenten in de bovenbouw van het vwo moet in 2020 van 60% naar 80-85%. In het hbo moet in 2016 acht op de tien docenten een master- of Phd-graad hebben.
h3Modernisering/h3
In de cao’s zijn afspraken gemaakt over de modernisering van de arbeidsvoorwaarden. Zo worden de bestaande ouderenregelingen (bapo) afgebouwd en vervangen door regelingen die de participatie en kwaliteit vergroten. Hiermee loopt het onderwijs voorop in de publieke sector. Ook is er meer ruimte voor individuele keuzes van werknemers. Leraren in het po bijvoorbeeld kunnen op alle leeftijden gebruik maken van een budget voor duurzame inzetbaarheid dat ze kunnen besteden aan peer review, studieverlof en coaching.

Een deel van de 1,2 miljard euro gaat naar behoud van werkgelegenheid en vermindering van werk- en lastendruk. Zo kunnen met de beschikbare middelen 1200 voltijds conciërges en klassenassistenten worden aangesteld en kunnen er 3000 jonge docenten aan het werk gehouden worden.

De afspraken vloeien onder andere voort uit het Nationaal Onderwijsakkoord dat vorig jaar werd gesloten met onderwijsbonden en -sectororganisaties. Naast de 1,2 miljard euro wordt met de introductie van het studievoorschot ook nog eens een bedrag oplopend tot 1 miljard euro vrijgemaakt voor investeringen in de kwaliteit van het hoger onderwijs.

Bron: Rijksoverheid.nl