Bouwen aan het brein: over talenten en creativiteit in relatie tot hersen- en cognitieve ontwikkeling
In het afgelopen decennium is veel inzicht verworven in de ontwikkeling van de hersenen in relatie tot de zogenaamde ‘hoger-cognitieve functies’. Niet alleen is gebleken dat de hersenen veel langer doorrijpen dan tot nu toe gedacht, en wel tot na het twintigste jaar. Ook is duidelijk geworden dat er tussen kinderen forse verschillen bestaan in individuele ontwikkeling. De hersenen blijken te kunnen optreden als ‘afhankelijke variabele’. Dat wil zeggen dat het vooral omgevingsfactoren zijn die –in de juiste fasen- bepalend zijn voor de uitgroei van het brein en de effectiviteit van het cognitieve functioneren. Met andere woorden, het gezin, de sociale omgeving en de aard en kwaliteit van het onderwijs zijn naast genetische en andere biologische factoren sterk medeverantwoordelijk voor het functioneren van het kind en voor de ontwikkeling van diens talenten. In deze lezing wordt ingegaan op deze ‘talenten’ en op zowel biologische als omgevingsfactoren die belangrijk zijn voor die talentontwikkeling. In dit verband worden relevante inzichten uit neurowetenschap, alsmede cognitieve en biologische psychologie gepresenteerd.