Een belangrijke uitvinding

Eerder schreef ik over moeilijke begrippen als zwaartekracht en middelpuntvliedende kracht die zelfs al in een kleuterklas aan de orde kunnen  komen. Nu draai ik het om: een bekend onderwerp als magneten kan ook nog een uitdaging zijn voor de oudste kinderen. Meester Wim van groep 8 van de St. Wulfram in Hoogwoud werkt deze les met een kleine groep van ongeveer 7 kinderen. Iedereen zit aan één tafel waarop een aantal voorwerpen ligt: een grote  hoefijzermagneet (uit de techniekmethode voor de kleuters), een aantal staafmagneten, enkele kleine magneten  uit een dynamo, spijkers van verschillend formaat, paperclips, ijzervijlsel en enkele voorwerpen van verschillend materiaal (plastic, hout, aluminium). Als je goed kijkt liggen er veel verschillende spullen, het is een rijk en uitnodigend geheel. Wim geeft de kinderen de opdracht om eens lekker te gaan experimenteren en te kijken wat er gebeurt. ‘Probeer maar van alles uit. Ik wil wel dat je vertelt aan elkaar wat je ziet gebeuren. ’ Dat hoeft hij geen twee keer te zeggen. Een paar kinderen beginnen met het grove werk: zoveel mogelijk spijkers aan de magneet, een meisje pakt de grote magneet en hangt er van alles aan. Het blijft prikkelend, een beetje toverachtig. Maar de kinderen zijn ook bewuster aan het experimenteren. De één probeert wat er gebeurt als hij de bundel spijkers boven het ijzervijlsel houdt. Ja!, het vijlsel wordt ook dan nog aangetrokken.

Een ander vraagt zich hardop af of de spijker ook zelf magnetisch wordt en haalt de spijker van de magneet om het uit te proberen. Mats is bezig met een ketting van paperclips, hij hangt ze er één voor één aan. ‘Deze stroom gaat niet oneindig ver. Hier is de kracht al veel minder.’ Een groepje is bezig om te onderzoeken vanaf welke hoogte een metalen plaatje wordt aangetrokken als je er een magneet boven houdt. Ze vergelijken de sterkte van de grote magneet en de staafmagneet. Na vijf minuten pakt meester Wim de tot dan toe ongebruikte ‘houder voor magneten’ erbij. De kinderen kunnen daarin de magneten op elkaar stapelen. De kinderen springen op als de bovenste magneet blijft zweven. ‘Gaat ie vliegen. Hé, kijk, vet cool.’ Eén van de kinderen: ‘O ik snap het al, want dit is de noordkant en dit de zuidkant.’

Meester Wim observeert en haakt in op het moment dat een kind iets ‘ te pakken heeft’. Hij zorgt ervoor dat de kinderen goed kijken, met opmerkingen als ‘Wat ontdek jij, Larissa? Doe het nog eens’, ‘Kijk eens, zie je wat er gebeurt? Probeer het nog eens’. Hij laat kinderen hun ontdekkingen met elkaar delen. ‘Pim, wil je laten zien wat je net hebt ontdekt? En je deed er net nog eentje naast, wil je dat nog eens doen?’ Kinderen kijken met elkaar mee en proberen het zelf ook. Er komen vragen: ‘Hoe kun je zien of het een noordkant is of een zuidkant?’. En bij de magnetenhouder, als de zwevende magneet zakt als er nieuwe magneten worden opgelegd: ‘Hij wordt steeds zwaarder, hoe kan dat ?’ Wim zorgt ervoor dat belangrijke zaken worden benoemd: ‘Laten we eens kijken welke conclusies we kunnen trekken’. Na een minuut of tien verplaatst de groep zich naar een andere tafel met een bak water en een grote ronde kurk (model damsteen) met een staafmagneet erop.

De kinderen leggen de kurk met magneet in het water. Zodra de kurk wordt losgelaten, begint hij te draaien. Een fascinerend gezicht: zo’n simpele staafmagneet die op eigen houtje begint te bewegen. Het zou net zo goed tovenarij kunnen zijn in plaats van een verklaarbaar natuurkundig verschijnsel. Enkele kinderen herkennen de situatie en roepen ‘daar is het noorden’. Meester Wim vraagt nog even door: ‘We zijn steeds bezig geweest met onderzoeken: de ene noordpool trekt de andere zuidpool aan. Maar ik heb hier maar één magneet. Waar is de andere magneet?’. Vastgesteld wordt dat de aarde een magneet is. Tot slot vertelt meester over het kompas, een belangrijke uitvinding die al in de Middeleeuwen gebruikt werd (in 1269 voor het eerst beschreven). Wat een opwindend idee, dat wij vandaag met eigen ogen gezien hebben wat al lang geleden door mensen ontdekt is. En zo past deze les binnen het thema ‘Uitvinders’ waar de klas gedurende zeven weken mee bezig is. In een kwartier tijd, zelf experimenteren én de werking van het kompas begrijpen dankzij eigen ervaring, wat een leerzame activiteit.

Edith Louman e.louman@ipabo.nl Bekijkt u hier de video-opname van deze les.