‘Program or be programmed’

Laat ik meteen maar even doorpakken en me verder verdiepen in het programmeren. Deze keer bezoek ik de programmeermarkt op de Paulusschool in Castricum. Meteen bij binnenkomst valt de drukte me op. Een grote richtingaanwijzer met bestemmingen als Beebot, LEGO WeDo, Scratch jr, Ozobot, kind robot, Scratch, mbot, MakeyMakey, mBlock, LEGO mindstorm, BB8 sphero. ‘Ha, een deel herken ik al van mijn recente bezoek aan het leerplein van de Zandhope.’ Wat zijn er veel verschillende programma’s en bijbehorende apparatuur en materialen te bekijken.

Ik loop langs een aantal tafels. Overal zijn kinderen bezig, om de programma’s te demonstreren, de bezoekers te helpen en informatie te geven. Het zijn kinderen uit de bovenbouw die zelf wekelijks met het programmeren aan de slag zijn. De leerlingen kunnen zich goed presenteren, vol overtuiging. En ze proberen de bezoekers over te halen om het zelf uit te proberen. Ik ben heel positief over de verantwoordelijkheid die ze nemen, ze gedragen zich echt als de expert die anderen kan helpen. Bij elk programma hangt een poster, met uitleg over wat en hoe en wat de leerlingen er van hebben geleerd.

Een jongen uit groep 6 zet me aan het werk met de ozobot. Ik vind het best ingewikkeld om te begrijpen hoe het werkt. Misschien is de Beebot voor kleuters meer iets voor mij?! Een meisje uit groep 8 legt me het verschil uit tussen mBlock en Scratch: ‘mBlock is met een robot’. ‘Oké dus dat ‘ding’ is een robot …’, denk ik. Mooi om te zien dat het voor haar zo vanzelfsprekend is, terwijl het begrip robot voor mij niet zo concreet is. En ik leer weer nieuwe woorden: commando en commandoblokken. Ik ga naar reisbureau ‘In de roze olifant’. Een groepje kinderen biedt reisjes aan met behulp van het programma Veescope. Dat is echt iets voor de jonge stagiair met zijn vriendin, die ook net langs komen. Zij gaan zitten voor het groene scherm en hun foto wordt ingevoegd in het beeld van de Sacré-Coeur dat op  de camera staat. Leuke opname!

Meester Harald van groep 6 is de trekker van dit onderwijs. Leerlingen in de bovenbouw krijgen wekelijks programmeerles. In zijn eigen klas komt Scratch dagelijks aan bod, er hangt een intekenlijst. Ook de kleuters hebben elke week programmeren op het programma staan. Zij worden geholpen door de leerlingen van groep 6. ‘Groep 6 gaat aan de slag met de Beebot samen met de kleuters. Ze vinden het geweldig’ , lees ik op de poster van de kleuters. Meester Harald vertelt dat de jonge kinderen het ook nodig hebben om het programmeren echt te ervaren. Daarvoor is ‘robotkinderen’ bedacht. Met een set commandokaartjes kunnen de kinderen een zogenaamd robotkind besturen en laten rondlopen. Een robotkind ziet er net echt uit met robothandschoenen van Ikea. En weer een nieuw woord: unplugged.

De Paulusschool heeft het programmeren gekoppeld aan de leerlijnen voor 21ste eeuwse vaardigheden, die door de SLO zijn uitgewerkt. Voor de jongste kinderen komen al zes van de elf vaardigheden aan bod, voor de oudere kinderen acht van de elf. Dat zijn: problemen oplossen, creatief en kritisch denken, samenwerken en communiceren, computational thinking, ict- basisvaardigheden en zelf-regulering. Wat een rijke leeromgeving!

Wat kun je als school in korte tijd veel laten zien en een beeld neerzetten. De programmeermarkt is bedoeld voor (nieuwe) ouders , relaties en andere geïnteresseerden. Ouders hebben allerlei overwegingen bij de schoolkeuze. Ik zou deze oriëntatie op wetenschap en technologie en programmeren zeker mee laten wegen.

Ik bekijk de eigen site van meester Harald: een schat aan informatie over alle programmeermogelijkheden met veel links. Kijkt u vooral zelf!

Edith Louman, hogeschool iPabo