Veel betrokkenheid bij Wetenschap en Techniek in Engeland

Ja, het valt me weer op! De betrokkenheid en de kennis van zaken die al die Engelse leerkrachten uitstralen als ze met elkaar praten over science-lessen. Eén herinnering van vijf jaar geleden staat me nog helder voor ogen: een geanimeerd gesprek tussen twee leerkrachten over activiteiten en doelen rondom het onderwerp ‘materials’ in de kleuterbouw. Zoiets had ik in Nederland nog nooit meegemaakt. Anders dan bij ons is science in het Engelse basisonderwijs heel vanzelfsprekend. Science is primary! Begin januari bezoek ik de jaarlijkse science conferentie van de Britse Association for Science Education (ASE). Ik ben op stap met een groep leerkrachten van het Zaanse bestuur Agora, die de Post HBO-opleiding Specialist Wetenschap en techniek volgen. Het werkbezoek is onderdeel van deze opleiding, die wordt gegeven door de Hogeschool iPabo samen met de Hogeschool van Amsterdam. De leerkrachten worden specialist W&T op hun school, of zoals de Engelsen zeggen ‘science subject leader’.

Het werkbezoek is inspirerend, de deelnemers ontmoeten veel enthousiaste collega’s, ervaren allerlei activiteiten en ontdekken nieuwe (digitale) materialen. Het belangrijkste is volgens mij de onderdompeling in wetenschap en techniekonderwijs. Ik geniet van de gedrevenheid van de deelnemers. Ze gaan er voor! Het Engels is even wennen maar daarna gaat het vanzelf. Zoals een deelnemer het formuleert: ‘Vol ideeën teruggekomen en alleen maar meer zin om hiermee door te gaan.’

De openingslezing van Paul McCrory gaat over het plezier bij wetenschap en technieklessen, ‘Letting the fun in science out’. Voor mij een nieuwe invalshoek. Mc Crory zet in op het gebruik van emoties in het lesgeven. Kinderen hebben allerlei verschillende emoties als ze bezig zijn met wetenschaps- en techniekactiviteiten. Sommigen hebben plezier, zijn nieuwsgierig, sommigen zijn onzeker en weer anderen zijn verheugd omdat ze opeens begrijpen hoe het zit. Hoe kun je daar op inspelen? Met uitdagende voorbeelden weet McCrory ook ons plezier en onze nieuwsgierigheid op te roepen en onze aandacht vast te houden. Hij speelt met onze emoties, hij vergroot zijn emoties uit, hij betrekt het publiek erbij en hij doet een aantal fantastische demonstratiepractica. Zoals bijvoorbeeld de spekjes in de vacuum voedselbox (meteen besteld bij Amazon) (de werking van luchtdruk), het kleedje op de gedekte tafel (de werking van wrijving) en het omhoog rollende koekblik (dankzij een gewicht). De workshop ‘Embedding working scientifically skills within real life contexts’ zit stampvol. Het is een project opgezet vanuit de (chemische) industrie en heeft tot doel om science in de klas te verbinden met de industrie in de echte wereld.

De aanpak lijkt op een verhalend ontwerp; de lessen beginnen allemaal met een brief van bijvoorbeeld een ingenieur of bioloog, met een vraag. De kinderen moeten proefjes doen en geven uiteindelijk advies. Zo leren zij onderzoeksvaardigheden, bijvoorbeeld het zorgvuldig uitvoeren van een onderzoek, observeren, meten en het bijhouden van resultaten. We gaan allemaal druk aan de slag met de klaarliggende voorbeelden, zoals de proefjes met verschillende soorten plastics en hun eigenschappen (Plastic playtime) en met vloeistoffen (Runny liquids).

Ik volg ook twee workshops over professionaliseringstrajecten voor science subject leaders, de Engelse W&T-specialisten dus. Het is goed om te zien dat de scholingstrajecten behoorlijk uitgebreid zijn. Er is een afwisseling tussen scholingsbijeenkomsten, activiteiten op de eigen school en intervisie. Alleen scholing is niet voldoende. Dat sterkt me in de keuzes die wij gemaakt hebben voor het professionaliseringstraject. Opmerkelijk is dat de nascholing start met een tweedaagse training gericht op vakkennis, over bijvoorbeeld cellen, energie, evolutie, erfelijkheid, krachten. De training wordt gegeven door vakdocenten en deelnemers doen ook ervaring op met proefjes en andere hands-on activiteiten.

Dat is in Nederland niet gebruikelijk maar voldoet wel aan de behoefte van leerkrachten om hun eigen kennis en vaardigheden te vergroten. Daar zouden we hier ook tijd voor moeten maken. Ik vertrouw erop dat wetenschap en technologie ook op de Nederlandse basisscholen steeds vanzelfsprekender wordt, dat steeds meer leerkrachten er ervaringen mee opdoen en dat het vanzelfsprekend wordt om er met elkaar over in gesprek te gaan. Ik verheug me daarop!

Bekijk de kant en klare activiteiten van het CCI project. Wilt u meer weten over de Post HBO-opleiding Specialist Wetenschap en techniek, neem dan contact op met Hogeschool iPabo of HvA (resp. Edith Louman e.louman@ipabo.nl of Ed van den Berg resp. ed.van.den.berg@hva.nl)

Edith Louman,
hogeschool iPabo
e.louman@ipabo.nl