Willem Alexanderschool
Op de Willem-Alexanderschool zijn wij er van overtuigd dat de leerkracht er toe doet! De leerkrachten zijn de ‘kippen’ die de gouden eieren (de kinderen) kunnen leggen. Zij kunnen het maximale uit de kinderen halen. Talentenkracht start volgens ons bij de leerkracht. De directeur inspireert en faciliteert. Wij zijn begonnen met plusstof, een plusstofplanner en de twee plusklassen. Dit geldt voor iedere groep, ieder kind om via die mogelijkheden zijn eigen talent te ontwikkelen. Onze ambitie is om het W&Tonderwijs zodanig vorm te geven dat wij het maximale uit ieder kind halen! Wij willen evidence informed lesgeven, zodat de kans op maximaal rendement het grootst wordt. Wij willen leren van de toekomst en de kinderen die vaardigheden meegeven die ze nodig hebben in de voortzetting na de basisschool. Dan denken we aan bijv.: in ontwikkeling blijven, je nieuwsgierigheid behouden, vragen stellen, lerend zijn, onderzoeksmatig leren/ontwikkelen, samenwerking, presentatie van jezelf en je lesmateriaal. We hebben interesse in hoe een brein werkt en van daaruit les te geven. Daarom zijn we ook begonnen met de didactische principes van Marzano en ook soms al met het herprogrammeren van de lesstof.
Brochure Onderzoekend denken en leren in de klas, Opbrengsten uit vindplaatsscholen
Deze brochure laat u kennismaken met vindplaatsscholen in de regio Noord-Holland/Flevoland. Vindplaatsscholen blinken uit in wetenschap & techniek en werken actief aan de talentontwikkeling van hun leerlingen. Dit doen zij in nauwe samenwerking met universiteiten, pabo’s, OBD Noordwest en het science center NEMO. Deze samenwerking werpt haar vruchten af. De schoolportretten laten zien hoe de leerlingen van deze scholen worden geprikkeld en uitgedaagd en hoe de onderzoekende houding van leerlingen én leerkrachten wordt bevorderd. De Willem Alexander school is één van de vindplaatsscholen die in deze brochure geportretteerd wordt. Download hier de brochure.
Intrinsieke gemotiveerde leerlingen; dat maakt het werk leuker en een stuk gemakkelijker. Maar het is niet altijd de praktijk. Sommige leerlingen komen moeilijk tot een actieve houding, lijken ongeïnteresseerd en niet gemotiveerd. Het was voor Lonneke Heine en Johan van den Hurk van de Willem-Alexanderschool in Bergen de aanleiding voor hun onderzoek: welke didactische en pedagogische interventies kunnen leerkrachten toepassen om intrinsieke motivatie bij leerlingen te bevorderen? Het onderzoek werd uitgevoerd in groep 7.
Praten mét het kind
Wat voor Heine en Van den Hurk belangrijk is, is het kind te betrekken bij het eigen leerproces. Dit vormt de rode draad in de interventie en komt ook terug in het ‘Kind Handelingsplan’ van de school. “Vaak wordt er over de leerling gepraat, maar niet met de leerling”, vertelt Heine. “We vroegen de kinderen dan ook wat zij nodig hadden om te leren.” Dit vraagt om een kwetsbare opstelling van de leerkracht, waar het zowel Heine als Van den Hurk opviel dat ze dan wel tot echte gesprekken kwamen met de leerlingen. Zo was er een jongen in groep 7 die vaak externaliserend gedrag liet zien: ongehoorzaam, overactief en onrustig. Zij lieten de jongen zelf keuzes maken en lieten hem zien dat hij zelf de beslissing mag nemen, en zagen een heel ander kind. Hij maakt een plan om bij de kleuters stage te gaan lopen. Van de Hurk: “Het was geweldig om zo een hele andere kant van de leerling te zien.”
Leerlingen willen het liefst alles aanpakken
Dat je er toe doet als leerkracht en dat jouw rol cruciaal is, vonden Van den Hurk en Heine een opsteker voor hun vak. “Door zelf onderzoek te doen, denk je ook weer na over hoe je bent als leerkracht. Wij zouden ons hiervan continu bewust moeten zijn”, vertelt Heine. Zij deed tevens een schaduwonderzoek bij de plusklas (leerlingen van groep 6, 7 en 8) over intrinsieke motivatie. “Wat ik zelf leerde tijdens het proces, vertaalde ik weer naar de leerlingen die ook bezig waren met onderzoek doen. Bijvoorbeeld dat je duidelijke keuzes moet maken. De leerlingen wilden het liefst alles aanpakken. Dat hadden wij ook. Je maakt de onderzoeksvraag al snel veel te groot.” De leerkrachtonderzoekers deelden hun resultaten binnen de school en zouden het onderzoek voor de plusklas graag wat verder uitwerken. Dat is ook wat ze leerden als onderzoeker: het is nooit af, je kunt altijd weer verder gaan op een aspect en een gedifferentieerde opzet uitwerken.”
De Willem-Alexanderschool werd begeleid door Ed van den Berg, natuurkundevakdidacticus aan de Lerarenopleiding van de Vrije Universiteit en lector wetenschap & techniekonderwijs aan de Hogeschool van Amsterdam:
Onderzoek doen met leerkrachten is een prachtige manier voor hen en voor mij als begeleider om samen te leren over praktische problemen in het onderwijs en daar vanuit verschillende gezichtshoeken naar te kijken. Het leukste of misschien eerder het belangrijkste aan het doen van onderzoek vonden de leerkrachten het met andere ogen en met een aangescherpt begrippenapparaat kijken naar de eigen klas en het eigen onderwijs. Je ziet andere dingen en je ziet bekende dingen anders. Dat kan handvatten geven om eens een andere aanpak te proberen en dan te meten of het wel of niet werkt. Het moeilijkst was het vertalen van ideeën en algemene begrippen naar meetbare grootheden en een concreet onderzoeksplan.
In de eerste ronde van het project schreven de leerkrachten projectvoorstellen aan de hand van het format. Deze eerste versies stemden niet heel optimistisch: het leken allemaal losse puzzelstukjes. Maar tijdens een dag met gesprekken met elk onderzoeksteam kwamen de ideeën verrassend snel bij elkaar en aan het eind van de dag hadden de meeste groepjes duidelijke contouren voor een onderzoeksplan. Begin april was er weer een dag met gesprekken met elk team, nu over de resultaten. Dat waren echte onderzoekergesprekken, waarin we samen probeerden de resultaten te interpreteren vanuit verschillende perspectieven. De leerkrachtonderzoekers bleken heel kritisch op zichzelf en wezen op de zwakke kanten van hun onderzoek en alternatieve interpretaties van gegevens. Als je met zo’n kritische blik leert kijken naar je eigen onderwijs, dan moet dat wel beter worden.
Het was opvallend hoe van nature zeer actiegerichte leerkrachten – ‘doeners’ – in dit project kritisch en reflectief naar het eigen werk konden kijken en grote stappen zetten in het onderzoeksproces. Ik vond het inspirerend om te zien dat men een enorme sprong maakten in het kritisch en analytisch kijken naar het eigen onderwijs. Dit is het fundament voor een continu verbeteringsproces. Zowel de deelnemers als ikzelf hebben veel geleerd!
Andere onderzoeken op de Willem Alexanderschool
Martina Tellegen & José Helderop: Sneller lezen door ritme.
Onderzoeksvraag: Kunnen kinderen sneller lezen door bij technisch lezen ritme te gebruiken?
Download onderzoekposter
Sasja Peper, Harold de Boer & Jet Eiling: Executieve functies bij kinderen met externaliserend gedrag.
Onderzoeksvraag: Wat zijn effectieve interventies om de kinderen met externaliserend gedrag tot leren te brengen op de Willem-Alexanderschool tijdens zelfstandig werken?
Download onderzoekposter
Marianne Kaldenbach & Mirjam Bethlehem: Huiswerk spelling helpt!
Onderzoeksvraag: Maken leerlingen minder fouten in het controledictee, wanneer zij de woorden uit het blok thuis oefenen?
Download onderzoekposter
Paulien van der Klei & Sarah Molenaar: Leesonderwijs groep 3; energizers de moeite waard?
Onderzoeksvraag: Hoe kunnen leerkrachten er voor zorgen dat de concentratieduur (attention span) geoptimaliseerd wordt? A) Hoe verloopt het attentiepatroon gedurende het schooljaar?; B) Hoe verschillend is de concentratieduur in de ochtend ten opzichte van de middag?; C) Wat is het effect van een interventie (energizer)?
Download onderzoekposter
Lonneke Heine en Johan van den Hurk: Intrinsieke motivatie, wat werkt?
Onderzoeksvraag : Welke didactische en pedagogische interventies kunnen de leerkrachten op de Willem-Alexanderschool toepassen om intrinsieke motivatie bij de leerlingen te bevorderen?
Download onderzoekposter