Opbrengsten Innovatiesubsidie

Ieder jaar verstrekt het Expertisecentrum Wetenschap & Technologie Noord-Holland/Flevoland (EWT) subsidie aan schoolbesturen voor het uitvoeren van een innovatief project. Op 14 juni jl. presenteerde vijf projecten de opbrengsten aan de leden van de regie- en expertisegroep van het EWT en vertegenwoordigers van het ministerie van OCW, WK Nijmegen en PBT.

“Deze kijkwijzer geeft een profielschets van een school op het gebied van W&T”

Anne Holtze (iPabo), Bregje de Vries (VU) en Hans Kroes (Agora)

Aanpak: Onze vraag was hoeveel en wat voor W&T onderwijs er op scholen gegeven wordt. Daarvoor ontwikkelden we een instrument: een kijkwijzer die visueel maakt waar de school staat en waar de school naartoe wil. De vragenlijst onderliggend aan het instrument is daarom gericht op zowel de visie als het al gerealiseerde onderwijs. We definieerden drie profielen op het gebied van w&t onderwijs: de vakgerichte aanpak, de projectgerichte aanpak en de proces geïntegreerde aanpak.

Resultaat:

  • De visie op wat onderwijs kan verschillen met wat er in de praktijk gebeurt. De visie kan bijvoorbeeld meer proces geïntegreerd zijn opgesteld, terwijl de praktijk er meer vakgericht uitziet.
  • Er zijn scholen waarbij één profiel er heel sterk uit naar voren komt. Maar er zijn ook scholen waarbij twee of alle drie de profielen voorkomen in de resultaten.
  • Binnen een school zijn er soms verschillen in de profielen te ontdekken wanneer je kijkt naar onderbouw, middenbouw en bovenbouw. Dit zou kunnen komen doordat er in de midden- en bovenbouw meer met methoden gewerkt wordt. 

Uitdagingen: In de waan van de dag is het een uitdaging tijd te maken om dit te meten. Daarnaast kan een school die op onderzoekend leren is gericht moeite hebben met de vooraf bepaalde structuur van de drie profielschetsen. Dit voelt toch wat vakgericht ingestoken.

Advies: Gebruik het instrument om de dialoog op gang te brengen. Je kunt ermee reflecteren en door de resultaten te bespreken kun je dingen in gang zetten. Als bestuur kun je de resultaten gebruiken om te kijken of en welke interventies nodig zijn.

“De kijkwijzer geeft een beeld van het type wat onderwijs op een school, biedt teams de mogelijkheid hierover in gesprek te gaan en geeft informatie voor eventuele interventies vanuit het bestuur.”


“We hebben als bestuur alleen gezegd dat het ging gebeuren. Niet hoe.”

Mariet Brouwers (Stichting Sirius)

Aanpak: Ons doel was dat in 2020 W&T structureel onderdeel uitmaakt van de 14 Sirius-scholen. Allereerst zijn we met de leerlingen naar de grote kantoren die de scholen omringen gegaan (Amsterdam Zuidoost). Dat was al een culture clash: de grote glimmende gebouwen, met oudere blanke mannen en grote ruimten in vergelijking tot de populatie op onze school. Onze leerlingen hebben daar gevraagd: wat moeten wij kunnen om hier te kunnen komen werken? Vanuit daar zijn we door de hele organisatie en op verschillende niveaus gaan werken aan bijvoorbeeld:

  • Beleid op w&t: in beleidsplannen van de scholen en in het beleidsplan van Stichting Sirius (meerjarenplannen en jaarplannen).
  • Opleiden en coachen van techniekcoördinatoren.
  • Een start in de onderbouw; je moet ergens beginnen en omdat de leerlingen daar nog heel onderzoekend zijn, begonnen we daar. Vanuit de onderbouw hebben we een leerlijn door de hele school opgebouwd.
  • Werken aan competenties van docenten (strategieën voor leren en denken) en onderzoeken van de groei in de onderzoekende houding van docenten. Deze competenties helder communiceren en opnemen in de gesprekkencyclus.
  • Inspiratietheetjes: bijeenkomsten waaraan docenten kunnen deelnemen om inspiratie op te doen: een combinatie van theorie, praktijk en een concrete les.
  • De realisatie van labs voor de onderbouw, middenbouw en bovenbouw (30 k per school beschikbaar).
  • Het uitvoeren van een onderzoek door een bachelorscriptiestudent.
  • Het vergroten en meten van betrokkenheid van leerlingen bij hun onderwijs.

Resultaat:

  • Doordat we de ‘hoe’ niet vooraf bepaald hebben,  krijgt w&t op allerlei verschillende manieren vorm binnen de scholen.
  • De strategieën voor denken en leren zijn onder docenten zeker toegenomen. Dit laten we bekijken door een onafhankelijk collega-directeur en samen met studenten doen we onderzoek.
  • De aanpak om te beginnen bij het begin, de onderbouw, heeft gewerkt. Toen daar de inspiratietheetjes effect bleken te hebben, zijn we dat ook naar de middenbouw en bovenbouw gaan brengen. Dat geldt ook voor de labs. Zo hebben we een leerlijn van onderaf opgebouwd.
  • De kracht van de inspiratietheetjes (in de bovenbouw ‘inspiratiebijeenkomsten’) is de combinatie van theorie en praktijk: ben je erbij geweest dan kun je die les de volgende dag al geven. De bijeenkomsten waren vrijwillig, maar altijd goed bezocht.

Uitdagingen:

  • Je leidt mensen op en die mensen gaan soms ook weer weg. Dat is lastig, dan moet je een lange adem hebben.
  • Voor de techniekcoördinatoren is het lastig met weerstand om te gaan: hoe ga je om met een directeur die dit niet zo belangrijk vindt? Leiderschapstrainingen voor de coördinatoren zijn cruciaal voor een goede implementatie.
  • Voor directeuren is het essentieel de coördinatoren een podium te geven en ze te faciliteren (in alleen de taakuren lukt het niet).

Advies: Focus je constant op het opleiden van mensen, want dat houdt de motor draaiende. Doe je dit niet, dan zie je dat het instort.

“We zijn begonnen in de onderbouw, omdat de manier van denken en lesgeven daar al het beste paste bij de leerlingen en leerkrachten. Vanuit daar werkten we naar een hele leerlijn toe.”

Bekijk hier de presentatie.

“Didactische vaardigheden voor o&o-onderwijs zitten niet standaard in de bagage van een docent”

Chris Klaver (SCPO Lelystad)

Aanpak: Wij hebben, in zowel onze aanvraag als aanpak, gewerkt volgens de Golden Circle van Simon Sinek: waarom willen we dit, hoe  gaan we het aanpakken en wat gaan we realiseren? Vanuit een aantal centrale uitgangspunten, een sterke ‘why’, zijn we aan de slag gegaan. Zo vinden we als bestuur bepaalde didactische vaardigheden van onderzoekend en ontwerpend leren belangrijk voor het hele onderwijs. Techniek moest meer op de kaart komen en ook de samenwerking tussen scholen onderling was voor ons een belangrijk aandachtspunt. Vanuit die punten hebben we de ‘what’, de PLG, ingericht. Binnen die PLG moest het team gezamenlijk vraagstukken kunnen opvangen, in plaats van in veel gevallen alleen een w&t coördinator.

Resultaat:

  • De oprichting van een professionele leergemeenschap is succesvol geweest. Hoewel er verloop is doordat er mensen weggaan en bijkomen, is er sprake van een vaste kern die vraagstukken aanpakt. De manier waarop de PLG werkt is goed bevallen en ook kleine scholen zonder eigen coördinator kunnen hiervan profiteren.
  • We hebben een model gecreëerd waarin het TASK-model, dat we al in gebruik hadden, en de O&O cirkel zijn geïntegreerd. Hierdoor krijgen we eenduidigheid in de lesbrieven. De cirkel kan fungeren als een soort mal en kan gebruikt worden voor allerlei projecten.

Uitdagingen:

  • Het werken volgen het TASK-model en de O&O cirkel tegelijkertijd was een uitdaging: om eenduidigheid te krijgen hebben we deze cirkels geïntegreerd.
  • Een van onze doelen was meer samenwerking tussen docenten en studenten: dat is tot nu toe nog niet zo van de grond gekomen.

Advies: Wij vonden het in alle activiteiten belangrijk om steeds terug te gaan naar de essentie: verwondering. Wat wil een kind zelf leren? Wat vinden leerlingen interessant? Reflecteer met die essentiële vraag op alles wat je doet.

“Er is formatie vrijgemaakt om coördinatoren vrij te maken en de PLG inhoudelijk aan te sturen. Ook om ervoor te zorgen dat het ook de kleinere scholen die geen coördinator hebben gaat landen.”

 Bekijk hier de presentatie.

“Het erover hebben en zichtbaar maken is waanzinnig belangrijk”

José Vosbergen (Surplus)

Aanpak: Ons doel was en is: kinderen voorbereiden op de toekomst die er nu al is. Hoe kun je dat doen als bestuur? Hoe kun je 24 scholen in beweging krijgen en houden? Wij hebben drie pijlers gebruikt voor onze innovatiestrategie:

  • Een vage, sexy boodschap (naar voorbeeld van Thijs Homan): een verhaal dat mensen zelf kunnen invullen en waar ze enthousiast van worden.
  • Het model van Knoster voor groei en verandering: dit gaat ervan uit dat je als bestuur op alle fronten tegelijkertijd bezig bent (strategie, structuur, cultuur, mensen, middelen en materialen).
  • De competenties voor de toekomst.

Resultaat:

  • We hebben een strategisch beleidsplan en een eindprofiel voor groep 8 gemaakt. En vervolgens de mensen hier ook op bevraagd: wat ga jij doen om dat eindprofiel te halen?
  • Er is een duidelijke visie op kinderen en leren: ontdekken, onderzoeken en ontwerpen,
  • We maakten een game voor leerkrachten over 21e eeuwse vaardigheden: Juf in de wolken
  • We hebben Surplusdagen: studiedagen waarop teams kunnen laten zien waar ze trots op zijn en waarop docenten van elkaar kunnen leren.
  • Bij meer dan de helft van de scholen hebben we verandermanagers opgeleid. En in het beste geval twee per school, omdat het daardoor minder op één persoon hangt. Dat is voorwaardelijk en gaat 100% worden en we moeten hier directeuren meer bij betrekken.
  • We hebben themabijeenkomsten in de vorm van kansenlabs en W&T-cafés: hierin leert men ook van elkaar.
  • We zorgen voor borging, herkenbaarheid en vindbaarheid via www.allekansen.nl en projectorganisatie door ons Alle Kansen Team.
  • Borging en kennisdelen doen we ook via nieuwsbrieven,  jaarverslagen, artikelen etc.
  • We legden een financiële basis met het innovatiefonds, sponsors, externe ondernemers en lokale ondernemers
  • We hebben Kidzreporters. Nieuwsgierige kinderen leren veel en met Kidzreporters geven we hen een stem: leerlingen gaan dan als een journalist informatie verzamelen en oefenen zo hun onderzoekende vaardigheden.

Uitdaging: Het is een uitdaging, maar essentieel: het opleiden van minimaal twee mensen binnen een team. Een eenling is kwetsbaar en vluchtig. Daarnaast sta je met zijn tweeën sterker. 

Advies: Heel eerlijk: zonder de subsidie waren we nooit zo ver gekomen. We hebben wel andere financiële bronnen, maar zonder de subsidie waren we nu niet hier. Het is belangrijk om voldoende financiële middelen te hebben of vrij te maken. Daarnaast is zichtbaarheid heel belangrijk: breng wat je doet herkenbaar in beeld. Een olievlek kan zich pas verspreiden als er olie is. Zorg dus voor olie!

“Het is zo mooi om het effect van wat je doet zelf te zien. Dat kinderen vrij worden en je ze ziet groeien in lef en zelfvertrouwen.”

Bekijk hier de presentatie.

“Overspoel je ze met informatie of haal je het uit de kinderen zelf?”

Bart Groenveld, Amos/WK Amsterdam

Aanpak: Onze vraag was: hoe brengen we techniek naar kinderen die hier niet snel mee in aanraking komen? En hoe krijg je ook de ouders hierin mee? In onze aanpak wilden we de kinderen niet overspoelen met informatie, maar het uit henzelf laten komen.

Resultaat:

  • We organiseren gastlessen waarbij we inzetten op het naar boven brengen van vragen. Vanuit de Young Academy Amsterdam en de universiteit laten we deskundigen naar de scholen gaan die op die vragen kunnen inspelen. 
  • Ook zorgen we ervoor dat in buurthuizen gedurende die weken hetzelfde thema terugkomt en de activiteiten rondom dat thema worden georganiseerd. Daar kunnen ook de ouders aan deelnemen. Het was en is lastig dit van de grond te krijgen.
  • We houden sterrenkijkavonden. Dit past goed bij onze expertise in astronomie en is altijd leuk.
  • We hebben ‘Joop-de-uitleen-telescoop’; kinderen kunnen deze mee naar huis nemen om vanuit huis de sterren te bekijken.

Uitdagingen: Op scholen verwachten ze vaak iets anders bij een gastles dan wij in gedachten hadden: namelijk toch dat je een hele hoop informatie komt brengen, in plaats van dat je vragen stelt en daarop inspeelt. De vraag is dus: wat versta je onder een les? Helaas is het uitlenen van Joop nog niet gelukt, om praktische redenen: hij moet robuust zijn en daarvoor moesten we eerst alle onderdelen vastlijmen. Daarnaast lopen we nog met de vraag: moeten we een borg vragen of kan dat niet?

Advies: Je plan kan nog zo elegant zijn: dingen lopen nooit zoals je verwacht.  Precies zoals bij wetenschap zelf. Onderweg moet je dus flexibel zijn en je plan kunnen aanpassen op wat je leert. Daarnaast kunnen verwachtingen verschillen: wees daarom duidelijk over je aanpak en je achterliggende visie.

“Soms is een uitdaging ook heel praktisch: Joop-de-uitleen-telescoop is net zoiets als flip-de-logeerbeer. Alleen is een telescoop een stuk duurder: hoe ga je daarmee om?”

Ook subsidie?

Ook aan de slag met een innovatief project? Lees hier hoe u subsidie hiervoor kunt aanvragen. U kunt tot 1 augustus 2019 een aanvraag indienen.